Het zijn de dagen. Zutfen dat toen nog geen Zutphen heette, werd in april 1945 al bevrijd door de Canadezen, die vanuit het Oosten optrokken en slag leverden om de stad waar de bevolking in de kelders afwachtte. Ik was anderhalf jaar oud.
Mijn moeder bewaarde gedenkboekjes en schreef er dit voor me bij. 'De laatste maand voor de bevrijding hadden wij de bedden al in de kelder gezet + het kinderbedje van Wim. We moesten er nl. elke nacht toch heen, We hadden een gat naar de buurkelder gehakt om bij eventuele instorting nog een andere vluchtmogelijkheid te hebben. In de laatste nacht kwamen daar nog Derk, Plona met twee kinderen bij [de overburen], hun huis was afgebrand. Papa was de enige die af-toe naar boven ging om door de kelderdeur te gluren.'
Ik heb eerder uit haar aantekeningen geciteerd, maar toen weggelaten dat mijn moeder die nacht ook een miskraam had en: 'geen doktershulp'.
De notitie eindigt met: 'Een maand later bracht de dokter mijn ouders naar ons toe uit Leersum [die waren geëvacueerd uit het Haagse Kijkduin]. Mijn vader stierf toen in aug. '45, mijn moeder april '46 bij ons in huis. Toen was ik heel alleen. M.'
Wat ze niet vermeldt is dat mijn vader direct na de oorlog vrijwillig dienst nam bij de grenswacht in Ruurlo - het controleren van uit Duitsland terugkerende landgenoten - en daarna naar de politionele actie in Indië vertrok.