Volgend jaar is het 500 jaar geleden dat Jeroen Bosch stierf, op 66-jarige leeftijd. Mogelijk aan pleuritis. Sindsdien vergaapt de wereld zich aan zijn werk. Een schilder kijkt door de wereld en de mensen van 1500 heen.
Zoals ik in 2015 na een avond televisiekijken of een nacht dromen wakker word met onbegrijpelijke beeldenreeksen. En dan lijd ik nog niet eens aan epileptische visioenen. Had Bosch die?
Het mooie bij hem is dat hij de verslaggever blijft. Van de wereld om hem heen en die in zijn kop, zonder veel te interpreteren. Hij verbaast zich vooral. Lijkt me.
Er is weinig bekend. Zelfs in hoeverre hij nu gelovig was, en hoe valt moeilijk te zeggen. Zijn grote 'Tuin der lusten' mengt droom, geilheid, religie en schuld, zoals hij het bij zichzelf denkelijk ook gewaar werd.
Maar wat Bosch nu werkelijk dacht? Wat bijvoorbeeld de rol van de vele uilen in zijn werk is? Speculaties genoeg. Of het ei? Of de pijl? Hoe hij ertoe kwam de gekruisigde Julia te schilderen? Had hij een bijna-dood ervaring, zoals zijn Vlucht naar de hemel suggereert? Niemand schiep meer raadselen dan hij. En is dat niet het hoogste wat een kunstenaar kan bereiken?
In Den Bosch is een reusachtig Jeroen-spektakel in aantocht. Van 12 februari tot mei 2016 brengt het Noord-Brabants Museum een grote tentoonsteling. Wat zal daar van Bosch zelf te zien zijn? Zijn werken zijn zo kwetsbaar dat ze gewoonlijk niet weg mogen. Omdat de 'Tuin der lusten' in het Prado blijft wordt voor publiek zichtbaar gewerkt aan een reconstructie.
Maar misschien komt uit Madrid toch nog een bruikleen. De Bosch-werken in Venetië - waaronder de gekruisigde vrouw - zijn zo wrak, dat er een deal in de maak is om sommige in Nederland te laten restaureren. En te exposeren.