Hard? Zacht? Eetbaar? Tastbaar? Aukje Koks heeft eerder trompe l'oeils gedaan, die ze minstens zo ver doordreef als plafondschilderingen van oude meesters, waaruit engeltjes met een hoofdje of arm in beschilderd gips naar voren komen.
Zodat je ook bij Aukje nooit weet waar het één begint en het ander ophoudt. Is dit een stapeltje carbonades? Zijn dit broodjes? Is dit kaas? Of steenkool? En dan: vogelveren. Echte?
Op drift geraakte voorwerpen. En af en toe een paar vingers en een spiedend smoel, dat je lijkt aan te kijken. Of uit te lachen. Gefopt! En vanwaar de weglopende tinten? Gisteren vroeg ik uitleg bij 'Somewhere between a rock and a pudding.' En dit kreeg ik terug uit Brussel:
'Voor deze tentoonstelling ben ik bezig geweest met de identiteit van het object. Ik heb nagedacht over hoe ik sommige objecten lijk te 'iconiseren' door isolatie en herhaling. Ik dacht, wat als ik nu niet voortdurend toevoeg (aan verf), maar weghaal. Dus heb ik geschilderd met in mijn ene hand een kwast, en in mijn andere hand een doek. En elke keer als ik wat toevoegde, haalde ik het ook weer weg. En zo verloor het object (in veel gevallen een steen in draagbaar formaat) zijn identiteit een beetje.'
Zie, Aukje Koks vang je niet in één oogopslag.