Morgen naar Mechelen, naar Rik Wouters in het Schepenhuis, dat de doeken uit het Antwerpse KMSKA te leen heeft, zolang dat verbouwd wordt (tot 2017!).
Wouters was de zoon van een Mechelse houtbewerker en meubelmaker en begon met kerven in de vaderlijke werkplaats. Ik ga zien waar dat was. Ook al omdat Rik er uit geldnood tijdelijk heeft ingewoond met Nel, zijn bruid en model. Dat liep verkeerd.
Rik Wouters leerde het vak in de tijd dat heel de Belgische woninginrichting vol zat met ornamentiek en gipsen lofwerk.
Ze vluchtten terug naar Brussel. En landden Bosvoorde, in het wijkje 'De Bezemhoek' aan de rand van het Zoniënwoud. Waar Rik zijn mooiste werk maakte. Bekend is het ook van de houtsneden die vriend Edgard Tytgat in 1916 als In Memoriam voor Rik maakte van de mooie dagen die Nel, Rik en hij er beleefden. Boterhammen met platte kaas en wandelingen naar de kapel van O.L.V. van de Welriekende.
Een paar jaren zijn ze gegund, dan is het augustus 1914. Nel schrijft: "Ikzelf had nooit serieus gedacht dat het werkelijk oorlog kon worden.. In het midden van de nacht, rond twee uur 's ochtends, wordt er gebeld en met de vuisten op de rolluiken getrommeld: 'Mijnheer Henri, vooruit!" roept de veldwachter. "Hier is uw oproepingsbevel, ge moet zo snel mogelijk vertrekken."
Twee jaar later sterft Rik Wouters. Hij ligt in een verzamelgraf met 'oorlogsslachtoffers', op een klein kerkhof aan de bosrand, daar om de hoek.