Been

 Toen ik Joris van Casteren op radio en televisie het verhaal van zijn boek Het been in de IJssel hoorde vertellen dacht ik meteen 'Maarten Biesheuvel'. Maar die naam noemde hij niet. 

 Terwijl de plot van zijn roman toch veel gemeen heeft met het vier pagina’s lange verhaal Eén been in het graf' uit Biesheuvels Goden­cirkel (1986). Ook daar wordt een been separaat in een kinderkistje ter aarde besteld. En dat nog wel door de eigenaar - een zeevisser - zelf, die eerder al op zee een oog verloor, zodat op de zerk komt te staan: 'Hier liggen oog en been van visser Mallevoet/ te wachten op wat nog verder komen moet.'

 Bij van Casteren wordt het been gevonden in de rivier en gaat de schrijver op zoek naar de eigenaar. In de Volkskrant van vandaag krijgt zijn roman een vervolg als hij de eerlijke vinder van het been ontmoet. Die vertelt hem dat wat op pagina 37 van zijn boek staat niet klopt. Daar verhaalt Van Casteren over degeen die in het boek figureert als vinder - hij had zich telefonisch gemeld en wilde ano­niem blij­ven. De eigenaar van het been blijft intussen onbekend.

 Kern van het verhaal is bij Biesheuvel en Van Casteren het kinderkistje. En Biesheuvels oplossing lijkt me niet te overtreffen. Ook daar een gereformeerde gemeenschap. En de eigenaar van het been die zelf een schopje aarde op het kistje gooit.