het paradijs bij Athanasius Kircher (1675)

Besloten tuin (3)

 Toen bij de opening in het klooster annex museum in Uden de zon doorbrak, precies om drie uur, wisten de aanwezigen in de kruidentuin dat het goed was.

 Meteen kwam het verhaal over de Clarissen van Uden, die van de dorpelingen moesten bidden om mooi weer. Scheen de zon, dan kregen de zusters een worst.

 Mooi staat daar in het midden het Elisabethbeeld dat de kunstenaars Roggeband en Van Lunteren laten overgroeien door winde, tot alleen haar geheven arm nog uit het groen steekt. Onder aan de spijlen is een bak met aarde geplaatst waaruit haagwinde opklimt. In de loop der weken zal het beeld vergroenen, zegt Roggeband, overwoekerd worden door de plant die ook wel, treffend vanwege de witte bloemen, 'Onze-Lieve-Vrouwe-Hemdeke' genoemd wordt.

 Een paradijselijke plek, vol verhalen. In het boekje van Rinke Nijburg en Gerda ten Thije komen ze - naast de mid­deleeuwse handschriften - tot leven. Was het paradijs eens de oase in een woestenij vol verscheurende wilde dieren, nu klampen we ons vast aan laatste restjes natuur, een enkele overlevende olifant. Adam en Eva woonden er, maar verleid door de slang raakten ze bevlekt door de erfzonde. Toen God later een onbevlekte vrouw zocht vond hij tenslotte Maria. Maria, een betere Eva. Daarom ook zien we haar afgebeeld in een nieuw paradijs, de Hortus Conclusus.

 ps. de prent is uit Arca Noe van Athanasius Kircher (1675). Paradijs is een perzisch woord. Een ommuurd landgoed, bewaakt door vier engelen.