Erik Lindner maakte zijn Charleroi-gedichten voor een deeltje in de reeks Citybooks over die stad van vijf auteurs dat op 26 april wordt aangeboden. In Charleroi.
Een dichter in de stad die door de lezers van de Volkskrant in 2008 als lelijkste ter wereld bestempeld werd. Raadselachtige mensen die lezers, als je weet dat ze toen Almere de lelijkste plek van Nederland vonden.
Het Charleroi dat Erik Lindner voor je schetst is zo grillig en onverwacht dat je er niet op uitgekeken raakt, terwijl Almere het omgekeerde lijkt. Hoe te schrijven over Charleroi? Dinsdag vertelt Lindner het in de Avonden. Zijn voorliefde voor het verkennen van onbekende plaatsen, zijn topomanie, neemt de vorm aan van een vlechtwerk, waarin de aaneengegroeide dorpen, weilanden, winkels en bergen sintels vredig tussen metrolijnen, kanalen en fabrieken liggen. Er loopt een vos over een verlaten fabrieksterrein, zoals je het in Detroit zou kunnen zien, waar de natuur ook een oude industriestad herovert.
Twee weken logeerde hij er en schreef in een adem. De cyclus eindigt met de regel: 'Het wegdek bolt. De mensen groeten je op straat.' Waarmee hij duidelijk maakt dat er zoiets bestaat als een - ondefinieerbare - groetgrens. Waar groet men elkaar? Waar niet? Of niet meer. Of nog? En waarom?
In de lelijkste stad ter wereld groet men elkaar.