'Vergeet niet, ik ben een voormalige punk,' zei Peter Morrens. Zijn trui sprak voor hem. 'Kunst produceert geen heilige voorwerpen meer, ze beogen nu onmiddellijke ervaringen op te wekken.'
Hij worstelt met de taal. Ik zie hem op foto's in 1999 kilometerslang door Wenen sjouwen met een schrijftafel op de rug gebonden, op zoek naar een plek om eindelijk te kunnen schrijven. De schrijftafel belandt in een bos.
De taal in de kunst is saboteur, stoorzender en communicatiemiddel tegelijk. Ik zie hem duizend bladen beschreven met afgesneden gedachtegangen en waarnemingen uit een raam gooien, het toeval omhelzen op jacht naar betekenisverlies, in pogingen uit het verhaal te stappen.
Afbreken is bij hem een scheppingsproces. De val, de zwaartekracht zijn bondgenoten.
'Not to be trapped, let's fall again.'
Morgen na 22.00 is de rondgang te beluisteren die we maakten door het kunstencentrum De Voorkamer in Lier, waar hij werkt en exposeert.