Morgenavond is het zomeravond-gesprek te horen dat ik met P.F.Thomése had over z'n aangrijpende reisverslag 'Grillroom Jeruzalem'.
Aangrijpend. Voor mij allereerst omdat ik zag hoezeer z'n reis door Israël en de bezette gebieden Frans Thomése had aangegrepen. Ik ken hem als iemand die z'n emoties wantrouwt. Wiens ironie zich net zo hard tegen hemzelf richt.
Van zo iemand neem je eerder wat aan dan van wie met z'n gevoelens te koop loopt.
Hij noemt de Gazastrook een enorm gevangenenkamp, en vergelijkt het met Kafka's strafkolonie. Zelf is hij dan de bezoeker die Kafka schetst:
'De getuige wordt vanzelf medeplichtige, realiseer ik me.
Net als de waarnemer-passant in 'In de strafkolonie' waan ik me afzijdig. Men hult zich in onaantastbaarheid. Net als God, zou ik willen zeggen. Je bent aanwezig, maar je bént er niet. Je bent elders, in je gedachten om precies te zijn. In het ruimteschip van je gedachten dat altijd onderweg is, alweer net vertrokken, waar je ook bent.'