Je schrijft altijd - tot je verbazing - iets anders dan wat je schrijft. Anders zou het ook snel vervelen. Het begint met gedachten, en terwijl die tot zinnen op het scherm worden overkomt ze iets. En dat is maar goed ook.Ik lees de nieuwe - tweede - bundel van Hélène Gelèns - 'zet af en zweef''.
En denk aan het rennen van kinderen. Je bent een jaar of acht en je rent van huis naar school. Je rent de hele dag.
Je rent de wereld tevoorschijn. De wereld rent jou tevoorschijn. Je ben één met de wereld, in de beweging.
Er staat:
'niet wij rennen
het park rent'
Zou ze hardlopen? Ik zal het haar vragen.
Eentje heet 'de afzet voor het zweven':
'neem uit ongeremd rennen één stap
uit de stap de afzet voor het zweven
bevries in dat moment...'
Ik zie haar in de lucht blijven hangen, als Popeye, malende benen boven de afgrond... gevangen in de eindeloosheid voor de val.
Ze schrijft er bij: 'wen'.
Eraan wennen. Heus, dat kan.