Zag vanmiddag in Amersfoort de tekeningen en ander papieren werk van Frank Halmans (1963). Indrukwekkende aanlopen zijn het, werktekeningen voor z'n maquettes en constructies. Immers, in maart komt er een eerste grote tentoonstelling in het Utrechts Centraal Museum.
Frank Halmans is een meesterloodgieter, electricien en metselaar. Hij weet raad met pvc, electra, koper en lood.
Wat ie er mee bouwt komt dicht op de huid.
De vragen die hij stelt zijn zo simpel en direct.
Wat is een huis, wat is wonen? Een mens is een huis is een mens. En natuurlijk, er is bedekking, bekleding, huid ertussen, er zijn openingen.
Het doet denken aan de animaties die Terry Giliam maakte voor Monty Pythons Flying Circus. De buizen, de pijpen.
We lopen rond met een lichaam vol buizen en pijpen.
Net als een huis leeft een lichaam op het scherp tussen binnen en buiten. Kwetsbaar.
Een voorbeeld.
Wat als een straatlantaarn een jongenskamer binnendringt als een klimplant? Het ontwerp hoort denk ik thuis in de reeks van 'de slaapkamers waarin ik nog steeds wakker word', reconstructies van al zijn oude slaapkamers.
Waken en slapen doe je in interieurs, de surrealistische droomvoorstellingen die daar tussen zitten zijn het domein van Frank Halmans.
Wat zit er tussen waken en slapen? Hij toont zich een broer van René Magritte. Die had ook een rijtje boeken kunnen uithollen en er een compleet huis in kunnen maken.
In Kunsthal KAdE zijn nu de bouwtekeningen van deze droomarchitect te zien.
Morgen om 11.45 doe ik verslag in de weekendeditie van de Avonden.