De Wonderen van het Heelal (3)

'Het meten van de wereld' van Daniel Kehlmann speelt in de jaren '30 van de 19de eeuw, als Alexander von Humboldt en zijn assistent de Fransman Bonpland oa. door het tegenwoordige Latijns-Amerika trekken en alles beschrijven, in kaart brengen en meten wat ze tegenkomen aan gesteenten, flora en fauna, vreemde volksstammen en andere natuurverschijnselen.

Eigenlijk het zelfde gebeurt in het tweedelige platenboek uit de jaren '20 van de vorige eeuw, dat ik bleek te delen met Willem Frederik Hermans en dat ik nu weer in handen heb.
Het meten van de wereld ging al die jaren door. Voorzichtig blader ik, kleine hapjes tegelijk nemend.
Scherp herinner ik me deze prent van Sumatraanse 'inlander' bij 'De grootste bloem der wereld'. De bloem werd in 1818 ontdekt door Sir Stamford Raffles. Althans hij werd gewaarschuwd door zijn 'Maleisische bedienden'. De bloem groeide op de wortels van een onbekende boom. 'Er waren geen bladeren, en de bloem en de knoppen ontsprongen direct aan deze wortels.' 
Er waren meerdere getuigen van de metingen van wat ging heten de Rafflesia.
Maar deze Humboldteske omschrijving was ik kwijt: 'De holte in het midden werd berekend een inhoud te hebben van ongeveer zes liter, en het gewicht van de geheele bloem werd geschat op ongeveer 15 Engelse ponden.'