bladachterkant op 21december
bladvoorkant op 21 december
22 december, eerste jonge loot.de witte vlekjes zijn restjes groene zeep.

Zieke plant (2)

 Dit is hard op weg mijn kerstverhaal te worden.De architecte en beeldend kunstenaar Sarah van Sonsbeeck trok zich het lot van mijn zieke plant aan en legde het geval voor aan een bevriende botanicus. Ze blijkt een Schefflera Actinophylla te zijn, een Australische vingerboom. En haar ziekte is dopluis. Het mengsel van zeep en spiritus was goed. De luizen gaan dood van de spiritus en hun dop wordt week van de zeep. Ook kan (met de hand, met een papiertje) de luis er van af geveegd worden (makkelijk vanwege de dopjes). 'Een nederig werkje.'

 Ik ging in de slag. Dode takjes zaagde ik weg. Voor gitaarspel heb ik tamelijk lange nagels. Daarmee krabde ik luizen van blaren. Vlot ging dat niet. Dopluis en wolluis, zei de botanicus, kunnen ook bestreden worden door ze aan te stippen met een penseeltje onverdunde spiritus of minerale, niet-plantaardige olie. Maar de planten gaan ervan kleven, zodat ze met schoon water moeten worden nagespoeld.Wat dat kleven betreft, zei ik, de bladeren waren voor ik iets gedaan had al kleverig. Er kwam zelfs vrij wat kleffe substantie op de vloer terecht.De botanicus: de kleverige substantie is de honingdauw die ze als stressreactie aanmaken. Sarah: Eigenlijk nog heel beleefd als je ziet wat mensen doen bij bijvoorbeeld al het missen van de trein. Intussen blijven er bladeren vallen. En ik vraag me af, met hoe weinig bladeren kan een plant toe? Maar vandaag gloort opeens hoop. De eerste jonge loot in vele dagen. Wederopstanding? Kaarsjes? Sarah: 'Het is echte liefde.'