Op een dag als deze, dat het 'geen weer' is heb ik God uitgevonden. Omdat ik zo iemand dringend nodig had. Ik stond op mijn zolderkamertje in Den Haag en keek een straat in waar het regende. En prevelde uit het niets: 'Geef mij iets te doen'.
Tegen wie ik het had wist ik niet. Er moest een aanwezigheid zijn die je kon aanroepen. Maar met de jeugdkerk waar ik zondagochtenden niet-begrijpend uitzat, al dacht ik altijd weer dat er achter het glas-en-lood iets schuilging, daarmee had het niets te maken. Wat ik aanriep kwam niet uit preek of bijbel, dat verzon ik zelf. Al had ik geen idee wat het was. Ik lees in het debuut van mijn vriend, de niet gelovige Willem Brakman: 'Een Winterreis' (1961):
'Aan het eind van een ondraaglijk eenzame woensdagmiddag tot bij de kerk afgedwaald, was hij de Nieboerweg opgelopen naar omhoog. Hij speurde om zich heen of de kust veilig was, vouwde de handen voor zijn buik en voortwandelend met gesloten ogen riep hij zachtjes: 'Here Jezus, God in den Hemel, geef me een vriendje want ik heb helemaal niemand.' Hij herhaalde dat enige malen om het kracht bij te zetten, waarbij hij nu en dan zijn ogen opendeed om te kijken of er geen fietsers aankwamen. Ten slotte had hij, na zich nogmaals te hebben overtuigd dat er niemand in de buurt was, hard geroepen: 'Om Uwentwil Amen.' Een onbegrijpelijk woord, maar dat hij zo vaak in een gebed had horen zeggen dat hij het niet durfde overslaan.'
De Nieboerweg loopt langs Duindorp en wordt in Brakmans werk vaak genoemd als de 'Nuboerweg'. Ik denk dat dat komt omdat zijn ouders uit Zeeland kwamen en nog met een Zeeuws accent spraken, net als mijn grootouders. De Winterreis gaat naar Zeeland, waar ook veel van mijn familie vandaan komt. ps. De Julianakerk op Duindorp. Brakman droomde vaak dat hij hier naar buiten gedragen zou worden.