De val

 Nog een boek dat ik niet zal schrijven: 'Het vallen in de beeldende kunst'. Ik beschouw Hergé als de meester van de val. Natuurlijk zag hij veel slapstick films. Waarvan de sleutel is de onkwetsbaarheid van Buster Keaton, Laurel & Hardy of Chapl­in. Ze vallen wel, maar kloppen het stof van hun kleren en gaan voort.

 Dat is het verschil met oude kunst, bij Breugel of Bosch is vallen zelden grappig. Pas in de strips rond 1900 duikt de bananenschil op en is de val een straf voor gewichtig gedoe.

 Zo krijgt een beeld als deze Jansen & Jansens z'n charme.  Niet alleen door de oneindige hoeveelheid details.

 Wat er al niet valt. Van sokophouders tot losse boorden, van schoenzolen tot brekende wandelstokken. Een deftige meneer zoals Hergé's oom en diens zo op hem lijkende vriend waarnaar J&J gemodelleerd werden bestaat uit vele attributen en o jee. De volwassenheid moet het altijd weer ontgelden.

 Met Andersens 'Nieuwe kleren van de keizer' als oermodel. Heel langzaam zijn volwassen mannen zich gaan kleden als jongens, middelbare vrouwen als meisjes.

 Hotter than my daughter blijft een van mijn favoriete programma's. En ook de volgende president zal een baseball petje dragen. Ook hij zal net als Trump na elke val het stof van z'n kleren kloppen, ongedeerd.

Tags: