Nu het steeds over Ischa gaat nog een belevenis, waar verder niemand bij was behalve de eigenaar van het Chinese restaurant in Ankeveen, aan de binnenweg langs de vaart naar Hilversum. Dat er nog is, even voor de molen. Chinese restaurants leven lang.
Omdat Ischa en ik er uit Hilversum komend of er heen gaand vaak iets over fantaseerden dit:
'Daar zou ik nog eens willen eten,' zei Ischa meer dan eens. En somde alle denkbare Chinese gerechten op. Maar we hadden haast of waren moe. Tot het er van kwam.
'Wat wil je dan eten,' vroeg ik voor we binnengingen.
'Gewoon alles,' was het antwoord.
Het was leeg binnen. We waren de enige klanten.
Met de kaart erbij was bestellen niet moeilijk. Dat werd zowel haaievinnensoep als een loempia vooraf en daarna niet alleen Foe Yong Hai als Tjap Tjoi en vooral sateh.
Kroepoek ook, veel kroepoek.
De eigenaar en zijn assistente - vermoedelijk zijn dochter - vertrokken geen spier. Onze tafel werd beladen met rechauds waaruit weldra de bekende geuren opstegen. Ischa leunde voldaan achterover.
'Dat bedoel ik nou,' zei hij, en barstte in een tomeloze lachbui uit.
Van eten kwam niet veel. Een enkel hapje hier en daar. Het was het idee. En de aanblik.
De Chinees en zijn dochter keken onbewogen toe.
En Ischa rekende af.