In de geleende maar in jaren niet teruggegeven bundel 'Klem' 1984) van Kees Ouwens (1944-2004) vond ik een uitgeknipte bespreking van Kees Fens. Klem is een bundel met veel fiets, veel lichaam, ik, binnen en buiten. Kees Fens had dit gedicht gekozen, getiteld 'Verve':
'Ik was de geabonneerde op mijn lichaam alle seizoenen
vroeger kwam een man
op zijn fietstassen het opschrift van mijn vorm
gezinsonderhoud besloeg zijn bril
zijn verve joeg op kwijting
overhandiging was vereffening
regen sloeg neer, papier doorweekte'
Fens vindt de regel 'gezinsonderhoud besloeg zijn bril' schitterend. Wat denk ik ook iets over hem zegt. Mooi in zijn stukje is wat hij zegt over schrijven over poëzie. Hij probeert het gedicht te begrijpen. Lastig: 'Een regel past ook nooit precies op de interpretatie ervan, gelukkig, anders zou alle werk met die interpretatie gedaan zijn en de regel daarin opgegaan. Het nooit helemaal passen van lezing en gedicht maakt mede de fascinatie van poëzie uit.' Wat me hevig doet denken aan het mooie essay 'The hatred of poetry' van Ben Lerner dat dit jaar verscheen..