Wanneer de opstelling van de schilderijen in een museum wordt veranderd, zoals pas nog in het Amsterdamse Stedelijk door Koolhaas en Ruf en in Boijmans door Carel Blotkamp raak ik in de war. De lichtval, wat naast wat hangt, ik ben eraan gewend. Het maakt deel uit van mijn schilderij.
In het Mauritshuis werd mijn orde ook eens verstoord door het verhangen van het aan Hans Holbein toegeschreven portret van - volgens mij - diens vrouw, dat net tegenover het torentje van Rutte hing.
Wie denkt dat je een schilderij zomaar kunt loshalen uit zijn vertrouwde omgeving begrijpt niet wat oude schilders en hun opdrachtgevers wel wisten. Er werden schilderijen besteld voor zeer bepaalde plaatsen in hun paleizen, waar het licht zo en zo viel.
Het nieuwe Kunstschrift is een Rembrandtnummer, in ruimste zin. Tjebbe Beekman wandelt door het depot - wat al een grote ordeverstoring is - van het Haags Gemeentemuseum. Hij mag bedenken wat zijn favorieten zijn, maar raakt - geen wonder - de draad kwijt.
Het binnenomslag van Kunstschrift geeft te denken. Links een foto van Brigitte Bardot aan het strand, die zicht baar instructies van een fotograaf opvolgt en poseert. En rechts Rembrandts badende vrouw, die omlaag kijkt naar haar spiegeling in het water. Beiden tillen met twee handen hun rok op. Bardot om haar been te laten zien, Rembrandt is geboeid door hoe de vrouw naar haar spiegelbeeld in het water kijkt.