De naam Tranströmer vergezelt me al zolang ik bladen lees waar Bernlef aan meewerkt. Laatstelijk Raster, waaruit nu veel online komt. Lang dacht ik zelfs dat Tranströmer - wat een naam! - een pseudoniem van hem was. Hier uit 1982 het drieluik 'Prelude'. Over verhuizen - nooit eerder een gedicht gelezen over verhuizen. Met in het eerste luikje oa.:
'De toekomst: een leger lege huizen
dat zich een weg zoekt door de natte sneeuw.'
En tenslotte, in proza:
'De verdieping waar ik het grootste deel van mijn leven heb gewoond moet leeggeruimd. Alles is er nu uit. Het anker is losgeslagen - alhoewel er nog steeds rouw heerst, is het de lichtste verdieping in de hele stad. De waarheid heeft geen meubels van node. Ik ben het leven een keer rondgereisd en teruggekeerd naar het uitgangspunt: een leeggeblazen kamer. Dingen die ik heb meegemaakt vertonen zich hier op de muren als egyptische schilderingen, scènes aan de binnenkant van een grafkamer. Maar zij raken steeds verder uitgewist. Het licht namelijk is te sterk. De ramen zijn groter geworden. De lege verdieping is een grote kijker gericht op de hemel. Zij is stil als een quakerwijding. Wat je hoort zijn de achtertuinduiven, hun gekoer.'