en door mij bij z'n werkplaats op Ypenburg
gefotografeerd in de New Yorker

Theo Jansen

In juli kwam ik Theo Jansen en z'n dochter tegen, ze liepen terug van het Scheveningse strand achter Duindorp, waar ze een van de strandbeesten hadden uitgelaten.

Het was de dag na de brand die strandtent de Kwartel verwoestte. Theo is hier bekend, net als ik. Opgegroeid vrijwel onder de Scheveningse vuurtoren, vertrouwd met strand en zee, altijd bij de waterlijn te vinden.
De uitvinder en kunstenaar is overal ter wereld wel een beetje beroemd. Nu staat er weer een fotoreportage in de New Yorker van 30 augustus.
Kunstenaar? Nu ja, eigenlijk scheppen zijn strandbeesten zichzelf, in de parallelle evolutie die ze nu al sinds 1990 beleven, mutatie na mutatie. Liefst cijfert hij z'n eigen rol in die evolutie weg. Het mooiste is hem zorgzaam, reparerend, bijstellend, om zo'n voortsjokkend dier heen te zien scharrelen, als een mad professor.
Zijn strandbeesten 'doen het'.

In 1990 fantaseerde hij de eerste. Ze zouden de kust verstevigen, hele kuddes wilde hij er van uitzetten. Ze zouden zand in de lucht gooien om het te laten aanwaaien, en zich te laten ophopen. Precies wat nu weer tussen Scheveningen en Hoek van Holland - peperduur en milieu-onvriendelijk - machinaal is gebeurd. 
 

ps. tot eind september is Theo op werkdagen bezig bij de strandtent De Fuut, achter het Markenseplein..