Nederlandse schrijvers in Peking. Vinden zaken als de 11 jaar gevangenisstraf voor Nobelprijswinnaar Liu Xiaobo en de behandeling van kunstenaar Ai Weiwei kennelijk minder belangrijk dan zaken doen samen met Halbe Zijlstra.
Bernlef, Van Dis, Koch en Nasr toonden zich verontwaardigd dat Amnesty ze een speldje had durven toesturen met daarop de lege stoel van de Nobelprijswinnaar - en schrijver van het manifest Charta 08 - die z'n prijs niet mocht komen afhalen in Oslo.
Terwijl er toch bij stond dat het ging om niet meer dan een vriendelijk verzoek het in Peking te dragen. Er werd geen speldje gezien in Peking.
Ik ken de redenering van het 'in gesprek blijven met de andere partij' die hier bij hoort. Ach, zo'n souvenir van de Koude Oorlog. Met communisten moest je in gesprek blijven. Maar ook nu: de kans dat er in Peking van gesprekken iets komt lijkt toch wel oneindig kleiner dan de indruk dat het gastland Nederland en de Nederlandse schrijvers het eens zijn met de culturele onderdrukking door de Chinese overheid.
Wat rest is een mooi onthaal en een heel aardige verkoop. En foei, dat opgeheven vingertje, dat moet maar eens afgelopen zijn.
De Nederlandse literatuur had daar niet moeten zijn.