Woensdag as. is m'n avondvullend gesprek met Frans Thomése te horen over z'n boek Grillroom Jeruzalem. Het opende onverwachte perspectieven. Zo kreeg Gaza er een ander gezicht bij.
De oude stad Gaza - nu een reusachtig gevangenenkamp - was voor de Tweede Wereldoorlog - nog een mondaine badplaats, die je per trein kon bereiken. Voor de Tweede wereldoorlog liep er namelijk een spoorlijn van het Suez-kanaal tot Haifa langs de Middellandse Zeekust, met vele vertakkingen landinwaarts, tot in Syrië. Wagons-Lits zorgde voor eet- en slaapwagens sinds 1923. Bij Thomése lees ik dat de huidige bewoners van Gaza niet kunnen gaan zwemmen. De kuststrook is door Israel tot verboden gebied verklaard. Op wat eens de boulevard was is alles vernield, uitgebrand, dichtgetimmerd.
Tussen de wereldoorlogen was 'Palestina' (ruim genomen het Israel van nu) een Engels mandaatgebied. Zionistische terroristen saboteerden onder meer deze spoorweg. In de 'Night of the bridges' in 1946 bliezen ze wel elf spoorbruggen op, waardoor Palestina van de omliggende landen werd afgesneden. Van de spoorweg zijn maar wat stukjes en beetjes over. Verdwaalde stukjes rails.
Ik bezit twee edities van 'Kuifje en het Zwarte Goud', dat zich in het gebied afspeelt. In de oude zijn Joden de terroristen en de Engelsen de ordehandhavers. Hergé hertekende het verhaal na de oorlog. Het scenario bleef zowat identiek, alleen is de actie verplaatst naar een fictief Arabisch land. Morgen plaatjes uit beide edities.