Morgen met Anneke op pad naar Arnhem, beter Schaarsbergen. Neusde in het weinige dat ze opschreef over haar jeugd daar.
Ze staat op gespannen voet met het verleden. Daar komt staren, gapen, zuchten en vloeken van.
'Waag het niet om langs mijn geboortehuis te wandelen.'
Na een jaar verhuisde het gezin naar een 'kakbuurt', verderop.
'We waren arm in een rijke buurt.' En dan 'ik hou niet van herinneringen, ik heb er te veel'.
Als kleuter had ze 'reeds het gemoed verstopt en zwaar vergrendeld'.
Maar zocht uitwegen. Eerste ambitie 'vliegen', niet gelukt, en daarna 'intellectueel worden'. Piepjong in de bibliotheek Miltons Paradise lost en Dostojevskis Vernederden en gekrenkten willen lenen.
'Dat is toch niks voor jou.'
Immers kindzijn is een onwaardige toestand.
Gelukkig, net zo ondervond ik het.
Kind is een pijnlijke staat van zijn. Je kunt niks zoals het moet, dat zie je heus wel. En dan zijn er altijd wel volwassenen die je schaterlachend je onvolwaardigheid inpeperen.
Grappig hoor, zo'n kind.