Woensdag las Monika Sauwer bij Anton de Goede een fragment voor uit haar boek ‘Het raadsel vader’. De dochter zit daarin model voor haar schilderende vader. Het schilderij in kwestie werd intussen teruggevonden in de nalatenschap.
'Ze keek recht in de ogen van het portret dat hij van haar, zes jaar oud had gemaakt. Ook nu weer schrok ze van de starre, licht waanzinnige blik van het kind. (...)
Maar nu opeens zag ze dat haar vader toch iets had vastgelegd dat ze liever was vergeten. Wat was het? Ze tuurde. Het was hun beider ongemak. Zij in haar zondagse overgooiertje van rode wollen kriebelstof, verstrakt door het lange stilzitten dat poseren heette. Tijdens het poseren mocht er niet met de ogen geknipperd worden, had ze zichzelf toen wijs gemaakt, anders mislukte het schilderij. Nog voelde ze het branden van haar oogleden en het prikken van het gebreide hemdje dat wolletje genoemd werd op de blote huid van haar ribben. In de koude winters van vóór de centrale verwarming een bittere noodzaak. Ze zag er ongelukkig uit, maar ook haar vader had zich kennelijk niet op zijn gemak gevoeld met zijn dochter als model.'