Er zijn vrouwen die volharden in het dragen van een bepaalde satijnen broek, al is de rits stuk en moet een veiligheidsspeld voorkomen dat ie afzakt. Onweerstaanbaar.
Irmgard Keun stond op het dragen van zijde. Zijden blouses, altijd, al mankeerde er een knoop of zat er een vlek. Ze zag er piekfijn uit in het café, tot ze opstond. Dit uit de monografie van Hiltrud Häntzschel.
Het is 1936, de Nazi's verbieden haar werk. Als 'Das Mädchen mit dem Kinder nicht verkehren dürfen' niet mag uitkomen besluit ze naar Holland te gaan. Daar wacht exil-uitgever Landshof. Haar nieuwste echtgenoot Arnold Strauss heeft zijn laatste geld in hun emigratie gestoken, maar het verkeerd begrepen. Irmgard wil helemaal niet met hem gaan samenwonen in Holland of waar ook. Ze gaat alleen.
Stuurt hem wel nog een charmant verlanglijstje: '...ik heb niets meer om aan te trekken dat me staat. Alsjeblieft, ik heb een paar schoenen nodig, een paar espadrilles, twee hoeden, twee sets ondergoed, twee zomerjurken (sportief), een donkerblauw complet, drie paar kousen, en eigenlijk hartstochtelijk graag een kameelharen mantel... Krijg je het benauwd kleine? Draait het voor je ogen? Alsjeblieft, help me! Dit is absoluut belangrijker dan woninginrichting. Het zijn zakelijke onkosten... en die betalen zichzelf terug.'