Evelien van 't Wout verzamelde 'ooggetuige'-teksten uit het oude Griekenland in 'Een wereld vol goden'. Komende week komt ze langs in de Avonden.
Goden. Mijn gymnasiumleraren hadden het er moeilijk mee: hoe kon het oude Griekenland nu de bakermat van onze beschaving zijn en tegelijk een heidens veelgodendom aanhangen?
Of erger.
Evelien citeert bijvoorbeeld de 'defixiones', stripjes lood met 'bindende wensen' die van de oude Grieken zijn gevonden, in afvalputten. Vijfde, vierde eeuw voor Christus. In die teksten wordt de hulp van iemand in de onderwereld aangeroepen om een ander een hak te zetten.
Dat heette 'binden' of 'neerschrijven'. Doelwit waren vaak concurrenten in zaken of in de liefde. Soms is er een loden poppetje bij, met een naald doorstoken of anderszins gemaltraiteerd. Deze 'black magic' was wijd verbreid:
'Ik keer Euboula van Aineas af, van zijn gezicht, van zijn ogen, van zijn mond, van zijn tieten, van zijn psyche, van zijn buik, van zijn stijve pik, van zijn kont, van zijn hele lichaam. Ik keer Euboula van Aineas af.'