'Schoon schip' heet de nieuwe, misschien laatste dichtbundel van Lehmann, scheepsarcheoloog en dichter. Niet eerder gedrukte teksten, en wat een rijkdom.
Als zoon van een stuurman op de grote vaart - die veel op Zuid-Amerika voer en tangoplaten meenam, tapdansen kon hij ook - was Louis voorbestemd aan de wal te blijven, zei hij eens.
Vandaag werd hij negentig.
In het Amsterdamse Pintohuis droeg Hugo Koolschijn een keuze voor uit de bundel. Koolschijn is de beste poëzievoordrager die ik ken. Hij musiceert vrijwel ongemerkt, maar toch, hij legt accenten net waar ze moeten, tilt woorden op of legt ze neer zoals de tekst het vraagt.
De regels van Lehmann komen overal vandaan. Maar, hij werd geboren in Rotterdam:
De lichten en snackbars van
Nieuw Rotterdam
mochten best wel verdwijnen
Ach wat? De fritestenten
van voor de oorlog
mochten er ook niet wezen
Nieuw Rotterdam.
Als tien volwassen populieren
in een bloempot.