ontbijtzaal
de entree
talrijke 'zitjes' waar nooit iemand zit

Zeemanshuis

Door een geluk logeerde ik in het Antwerpse Zeemanshuis. Het wordt met sloop bedreigd. Een rare jaren '50-flat midden in de middeleeuwse havenwijk achter de hoerenbuurt.

Ik zag er zeelieden. Kortgeknipte mannen-alleen, in gestreepte truitjes. En dacht aan wat aan boord van de Yorikke geschreven staat in Het Dodenschip van Ben Traven: 'Wie hier binnentreedt laat alle hoop varen.'
De eenzame negers van de avond tevoren hadden kennelijk geen geld voor het ontbijt, de overigen aten boterhammen met becel en zure zult. Overnachten is hier voor 'marins' veel goedkoper dan voor een toerist. Maar ik had ook een kapiteinskamer.
De inrichting zal niet onder monumentenzorg vallen. Vooral formica, zelfs aan het plafond van het restaurant, in achthoeken. Vloeren van een linoleum dat je eindeloos in de was moet zetten, maar dan heb je ook glim .
 
Het Koninklijk Belgisch Zeemanshuis ontstond in 1891, voor zeelieden die na afmonstering niet op hun schip konden blijven. Na de Duitse inval in mei 1940, werden Duitse soldaten in het gebouw ingekwartierd. Het overleefde de oorlog niet. Dit nieuwe gebouw werd geopend in 1954. Het heeft 138 bedden, verdeeld over 114 kamers.