Morgen tref ik Arjan Erkel in Rotterdam - op een niet toevallige plaats - om te praten over zijn boek 'YEP', twintig portretten van jonge 'etnische' professionals.
Erkel werd in 2002 als medewerker van Artsen zonder Grenzen twintig maanden door Tsjetsjeense rebellen gegijzeld in Dagestan. Sinds hij in 2004 vrijkwam heeft z'n leven in het teken van die gijzeling gestaan, lijkt het. Hij schreef een boek over z'n ontvoering dat 19 drukken haalde, daarna kwam een boek over de Nederlandse 'terrorist' Samir A., die zich bij de Tsjetsjenen had willen aansluiten en die Arjan als enige te spreken kreeg.
Arjan Erkel wil 'de tegenkant' van zijn gijzeling in beeld brengen. Nu ook weer met z'n boek over de 'Yeps'.
Wat de twintig geportretteerden gemeen hebben is een achtergrond waarin 'doorleren' zwaar weegt. Waarin je je afzet tegen een slachtoffercultuur met discriminatie als eeuwig excuus.
En ja, je leeft tussen twee culturen. De nu nostalgisch beschreven jeugdvakanties in Marokko, Turkije en Suriname leerden ze toen al dat ze nergens echt thuis waren.