Wim de Bie gaf door dat ie 'mede namens mij' afscheid had genomen. Waarvan? Van oude duineiken vooral, waarin we allebei nog boomhutten hebben gebouwd. Het gaat om een stuk Meer en Bos, een Haags natuurgebiedje, dat grenst aan de straten waar wij opgroeiden. En dat al heel lang in tweeën werd gedeeld door de Laan van Meerdervoort. Het kleinste deel verdwijnt nu. Hier grensden de duinen direct aan het tuinderijengebied van het Westland. Met een hoogteverschil van een meter of drie ging de zandgrond hier over in veen. Je keek tot aan Loosduinen en Wateringen: sloten, platte schuiten, sla, peentjes, bonestokken, tomatenplanten. Vooral die peentjes pikten we. Veel achterna gezeten door tuinders, nooit gepakt.
Tot slot, de boomhut.
De boomhut wordt gebouwd in hoogzomer, met een hamer en spijkers (oude, eerst recht slaan op een stoeprand) en wat bekistingshout van een nabije bouwplaats. Daarmee timmer je het vlondertje. Dan volgt de essentiële touwladder. Je moet daar boven onzichtbaar en onbereikbaar zijn voor wie beneden passeert.
De teleurstelling komt in de herfst. Waar niemand aan had gedacht bij het bouwen, de bladeren vallen van de bomen. Nu is de geheime hut voor eenieder zichtbaar. Zo eindigt elke boomhut.