Sloot z'n 'capsulaire periode' af, de drie jaren dat hij onze vestingen - koopgoten, effectenbeurzen - in beeld bracht. In januari 2008 had ie z'n grote expositie in het Haagse GEM. We spraken elkaar in De Avonden. Bij Diana Stigter in Amsterdamse Elandsstraat zag ik gisteren aanzetten tot een nieuw thema. Noem het het 'schouwtoneel', de plaatsen waar de wereld 'gemaakt' wordt' (of niet, Tjebbe Beekman vroeg meteen breed grijnzend: 'Is dat zo?').
Een televisieset, een concertzaal, meerdere taferelen uit een museum voor Natuurlijke Historie.
Vitrines.
Tjebbe Beekman komt uit Leiden, hij pikte wat mee van museum 'Naturalis'.
Steeds is het in die taferelen binnen leeg en buiten nacht. Bedenk, de binnen-buiten thematiek is dezer dagen heel Duits, en Tjebbe zit nu bijna tien jaar in Berlijn.
Zijn grote doeken hebben nog steeds meerdere gezichtspunten vlak naast elkaar, omdat hij ze samenstelt uit meerdere foto's. Als je er langs loopt bewegen je ogen mee. Er ontstaat een wonderlijke, licht hallucinerende kijkdynamiek. Bijna ongemerkt heeft Tjebbe Beekman het centraal perspectief op zijn manier verlaten.
En hij is - na het capsulaire - kennelijk op weg naar een nieuw thema. Wie bepaalt wat de prehistorie behelst, de historie, het nu?
Zijn dat de musea, de media? Tjebbe Beekman wordt voorgesteld als een conceptueel kunstenaar, maar z'n concepten zijn zo onconceptueel. Ik noem hem geëngageerd.