observatorium Nieuw-Terbregge, gezien vanaf de A20
en van boven

Observatorium (1)

Ik hoor tot de ongelukkigen die nooit aan een ontwerp kunnen zien hoe het gaat worden. Ik moet gaan kijken. En daar stond ik, tot mijn enkels in de blubber. Het was april 2001. Op uitnodiging van de kunstenaarsgroep Observatorium, eerder actief in New York en de Hoekse Waard, bevond ik me op een neutrale zondag op de dijk langs de A20 bij het Terbregseplein. Daar werkte de groep namelijk aan een 'uitzichtpunt en een omsloten tuin op een geluidswal'.

Nu blijft het beklimmen van een dijk voor mij altijd het beklimmen van de Oosterscheldedijk bij Tholen waar mijn oom Kees woonde. Een sacrale handeling, bovengekomen zie je de spiegelende waterplas waaronder de resten van Reimerswaal schuilgaan, de mythische stad die gestraft werd voor het verwaarlozen van zijn dijken.
Wat je hier beklimt is maar een geluidswal in de vorm van een dijk, die - zo leerde ik - ook nog eens dient als opslag van vervuilde grond. Aan de ene kant ligt de A20, aan de andere kant, het Vinex-wijkje Nieuw Terbregge. De dijk scheidt dus niet water van land, maar snelverkeer van woongezelligheid, al zijn auto's op hun manier natuurlijk ook weer cocons van gezelligheid.
Eenmaal boven betrad ik de observatiepost-in-aanbouw.

Op zondag 14 juni as. bereikt dit verhaal een voorlopig einde in Stroom, aan de Hogewal in Den Haag, waar de observatie-mannen bijeenkomen. Ik zal daar iets zeggen over hoogteverschillen in Nederland.
Met elke meter die je klimt verandert de wereld.