Wie zou als eerste voet op de Zuidpool zetten, de Engelsman Robert Scott of de Noor Roald Amundsen? Het antwoord stond in een deeltje van de reeks ‘Avontuur en Techniek’.Op 16 januari 1912 zag Scott iets wapperen in de sneeuw. Het bleek een Noorse vlag, op een tentje, daar op de pool geplant door Amundsen die alweer op de terugweg was. Hij had er een briefje aan Scott bij gedaan.
Wat me het meest bijbleef waren foto's van Scott en zijn vijf overgebleven mannen in hun tent op de terugweg.
Foto's die maanden later, in november pas werden aangetroffen in de tent bij hun dode lichamen en later afgedrukt.
Ook het dagboek van mijn held, Robert Scott werd toen gevonden.
Held?
In 'Naar de rand van de kaart' van Gerrit Jan Zwier, een verslag van zijn reizen in het gebied, vind ik heel terloops wat beslissende feiten over de poolheroiek van 1912 en mijn jeugdheld Robert Scott.
Uit 'The Endurance' van Caroline Alexander haalt hij details over de 'onvoorstelbare incompetentie' van nog steeds vereerde Engelsen als Scott en Shackleton.
Scott was zo eigenwijs pony's mee te nemen die eerder bewezen hadden de pool niet aan te kunnen en honden die hij - anders dan Amundsen - niet de baas kon. Ook werkte hij met motorsleden, die vastliepen. Feiten en heldendom verdragen elkaar slecht.
Amundsen wist hoe je poolhonden dresseerde en legde tweemaal zoveel afstand per dag af.
Scotts 'fatale, hardnekkige stommiteiten' kostten heel wat van zijn zeer loyale manschappen het leven.