Je heb worstlanden en niet-worstlanden. Zo was het, zo is het. De Duitstaligen gaan voorop. Worst is daar niet alleen belangrijk. Worst is doorslaggevend. En dat sinds mensenheugenis. Bij Mirjam van Veen leer ik dat worst de doorslag gaf bij de doorbraak van de Reformatie in Zürich.
Tijdens de vasten van 1522, toen iedereen in Zwitserland nog katholiek was, at een aantal mannen, dwars tegen de katholieke voorschriften in, worst. Bij dit beroemd geworden 'worst-eten' was ook kerkvader Ulrich Zwingli aanwezig.
Hoewel hij zelf geen worst at schreef hij wel een pamflet waarin hij het worst-eten verdedigde.
Volgens hem was er geen gebod om te vasten in de Bijbel te vinden, en konden gelovigen zelf beslissen wat ze aten of niet. De stadsraad van Zürich wist het even niet. Wat betekende dat ze zich niet automatisch schikte onder het gezag van de bisschop van Konstanz, waar Zürich onder viel.
Zwingli nam, veel radicaler dan Luther, die ook al actief was, afstand van de regels van de katholieke kerk.
'Worst!'
'Dat maken we zelf nog wel uit!'
Het zou nog wel even duren voor ze in de Lage Landen zover waren.
Reformatiegewijs kwamen onze voorouders wat achteraan.