Vanmorgen in het museum De Fundatie in Zwolle het bekendste werk van Paul Citroen gezien: 'Metropolis' (1923), een fotomontage van 'de grote stad', die de Duitse regisseur Fritz Lang op het idee bracht voor zijn filmklassieker Metropolis.
Meteen weet je, ja, zo heeft de stad van de toekomst er heel lang uitgezien, in laagjes boven elkaar. Liefst met particuliere vliegtuigjes als vliegende auto's ertussen. Hoe dat verkeer geregeld moet worden blijft altijd onduidelijk. Paul Citroen (1896-1983) volgde een opleiding aan het Bauhaus in Weimar (1922-1924). De juiste tijd, de juiste plaats, lijkt het. Hij werd zelfs in 1920 door Hülsenbeck samen met zijn vriend de fotograaf Erwin Blumenfeld benoemd tot 'directie van de Hollandse Dada Centrale'.Maar op z'n 18de twijfelde hij al aan een toekomst als kunstenaar. En later (1924-1928) leefde hij jaren als kunst- en bonthandelaar zonder iets te maken. Als je de meer dan 250 tekeningen, foto's en schilderijen in Zwolle ziet, op de eerste overzichtstentoonstelling, begrijp je iets. Hij kon tekenen, had ook wel ideeën, maar kon niet besluiten hoe ze vorm te geven. En was daarbij eerlijk genoeg om zichzelf 'karakterloos' te noemen.Zo eindigde hij als een bescheiden portrettist, met als kenmerkend materiaal het Siberisch krijt, waarmee hij eindeloos poetste. Zijn modellen kregen meestal al te grote ogen en lange rechte neuzen. Hij werd ermee bekend, een populaire tv-gast. Nu, in Zwolle, loopt het weer storm. Paul Citroen was bovenal een erg aardige man.