Na Heidelberg kwam Marbach, het eigenlijke doel van deze reis, tenminste zover mijn reizen een doel hebben. Het was Montaigne die op een dag, halverwege Italië toen zijn personeel na een paar weken schijnbaar doelloos van de ene plaats naar de andere te zijn getrokken, naar het Zuiden, weer terug naar het Noorden, etc. vroeg waar de reis nu toch naar toe ging antwoordde, niet zozeer ergens heen. Een vinding, de reis zonder doel.
Vanmiddag stond ik op de heuvel in Marbach aan de Neckar waar Het Schiller archief gevestigd is in een statig wit gebouw van rond 1900, waarnaast het Duitse Literatur Archiv is gebouwd. Een soort mausoleum, waar momenteel het archief van W.G.Sebald te zien is.Geordend per boek zijn daar plaatjes, foto’s en handschriften. De catalogus heet ‘W.G.Sebalds Unterwelt’, er staat een groot ongepubliceerd stuk in waarover later meer. Ik raakte bewogen door de nabijheid. Dat zat hem niet alleen in z’n handschrift of de foto’s (z’n camera ligt er ook), het kwam vooral doordat z’n manier van werken daar zo duidelijk wordt. Hij gaat uit van beelden. En al rondkijkend werd ik bezocht door eigen, vergelijkbare beelden. Er zijn nu eenmaal foto’s, ansichtkaarten, prentjes, die ‘het hebben’. Wat? Een extra zeggingskracht die zich dwars door de tijd heen boort naar het nu. Naar mij.Het gekke is dat Sebalds beelden – die in z’n boeken staan afgedrukt in vaag zwart-wit voor anderen net zo hard werken als voor hem. ps. Dit vanuit de autostad Stuttgart.