De tentoonstelling 'De schepping van Melle' wordt in De Avonden begeleid met een tweeluik. Maandag as. is Aaf van Essen te horen, beeldend kunstenaar en nicht van Melle Oldeboerrigter (1908-1976), die hem van jongsaf meemaakte. Een maandag later komt het verhaal van uitgever Wouter van Oorschot, die als zoon van zijn vader Geert, die bevriend was met de schilder een levenslange liefde voor diens werk heeft opgevat.
Aaf van Essen zag, zeven jaar oud, in 1947 voor het eerst werk van haar oom, die haar ouders een aquarel cadeau deed, met daarop een Jezus met één oog. En dat kon kloppen want die vader droeg een oogprothese. Verder was hij naakt afgebeeld, met een touwtje om zijn geslacht. Melchior, de zwarte koning, bracht hem troost. Aaf herinnert zich dat bij haar thuis - een verlicht arbeidersgezin - een boek met afbeeldingen van Geertgen tot St.Jans stond. Melle's familieachtergrond was katholiek. Hij noemde zich wel een 'christenanarchist'.Visioenen had hij ook, vlak na de oorlog al. En in de jaren '50 kreeg hij na epileptisch insult medicijnen die ze ook opwekten. En die hij ging schilderen. Zijn grootmoeder bezat 'gaven', die zag dingen. De heilige Franciscus en zijn omgang met de dieren zijn een weerkerend thema. Melle's werk getuigt van devotie, ontzag voor de schepping. En, hij laat soms ook iemand over het water lopen, met een zware last. Een tijd lang zat hij vaak in de huiskamer van de familie De Swaan, waar hij graag kwam, te borduren, in kruissteekjes. Uit de hand, zonder schets vooraf, vertelt Aaf. Hij kon heel goed tegelijk praten en zoiets maken.