Vanmiddag Lucian Freud in Den Haag. Grote drukte. Vooral vrouwen willen de naakten van Freud zien. Bij zijn geklede portretten (de andere helft) staan ze veel korter stil. Ik merkte dat ik naar het mechaniek van beschouwsters en doeken ging kijken ipv. naar alleen het werk van Freud. Anatomische lessen.
Waarom? Wat ontbreekt er aan dat werk? Het is niet raadselachtig. Ik vraag me er weinig bij af, behalve wat er in de geportretteerden moet zijn omgegaan tijdens de eindeloze - soms maandenlange - poseersessies. Er bestaat een Lucian Freud-blik, die ze bijna allemaal hebben. Die is niet zozeer somber. Eerder ingekeerd, leeg. Ik denk dat dat poseer-moeheid is. Ook de houdingen drukken dat uit. Een uitputtingsslag. Freud streeft niet naar portretten, zegt hij - gelijkenis is een bijproduct - zijn modellen zijn eerder acteurs. Engelse aristocratie, zie ik. Een toonzetting, waarin acteren overheerst. En de lichamen roze uitslaan. In het publiek in het Gemeentemuseum overheersten dus de vrouwen. En opeens zag ik hoezeer de toeschouwsters om me heen waren gaan lijken op de vrouwen op de doeken. Die kleuren in hun gezichten!Ik moest me in de ogen wrijven.