De krantstok heeft in het Duits een naam die ik nog vragen moet. Sinds ik als tienjarige voor het eerst in Duitsland kwam verbaas ik me over de krantstok. Maar tegelijk ben ik met hem vertrouwd. Zo vertrouwd dat ik nu pas merk dat ik vanmorgen in Karlsruhe, waar hij naast de ontbijttafel lag, vergat hem te fotograferen. Voor wie geen weet heeft van de krantstok, of wie voor wie blij verrast kan denken ‘ha, de krantstok’. De gedachtegang achter het in een – afsluitbare - stok klemmen van een krant die voor iedereen ter inzage op een cafétafel ligt is eenvoudig. Niemand zal de krant meenemen, zal met een krant-in-een-stok een café uitlopen.
Maar waarom de krantstok alleen in Duitsland bestaat weet ik niet. Die van vanmorgen zat om de ‘Badische Nachrichten’, maar inmiddels zit ik in Beieren.Nagekomen vreugde, het bezoek aan de Kunsthalle in Karksruhe. Enorm maar, doodstil museum. Rembrandt en Ter Borgh hangen er in gewijde stilte. Niks voor de kinderen ook.Alleen een suppoostdame af en toe die terugtreedt als je in haar buurt komt. En die fotograferen niet erg vindt. Ik trof er deze doodgraver die in de Oude Kerk in Amsterdam een graf delft. En dacht aan hoe de ‘rijke stinkers’ aan hun naam kwamen. Ze hadden geld genoeg om zich op een dure plek onder de kerkvloer te laten begraven. Maar tijdens de diensten rook je hun ontbinding.