adellijke Saksische dame van Lucas Cranach (1530)
de madonna van Jean Fouquet (ca. 1450)

Décolleté (2)

 Je kunt als man niet iets complimenteus zeggen over een décolleté, de lijn ervan, de gebruikte stoffen. Schilders en beeldhouwers doen het zonder woorden. De kunsthistorica Anne Hollander, beschrijft in haar standaardwerk 'Seeing through clothes' hoe situaties waarin kleren door-de-war raken kansen boden aan de kunstenaars. Het gaat dan om de decaden voor en na 1500. De mooiste meisjes vind je in de kunst van toen.

 Een lichaam met net nog iets aan is opwindender dan naaktheid, zegt Hollander. Maar tegelijkertijd toch ook zediger. Tegenwoordig zou je dat 'dubbel' noemen.Neem de Bijbelse moeder-met-kind scènes. Het kind moet gevoed worden, daarom is het nuttig en logisch dat één borst ontbloot wordt. Maar tegelijkertijd, nu ja. Hoe dit zij, de eigenares van de borst wordt verondersteld zich van geen kwaad bewust te zijn. In 1450 al schilderde Jean Fouquet zijn Madonna met als model Agnes Sorel, maîtresse van de koning (zie dit log van 26 maart jl.).

 Anne Hollander schrijft: 'This breast bursts out of its confinement while the othe one, for once equaly visible under the dress, submits to its pressure with equally sexy effect.'De engeltjes kijken wat verontrust toe. Waarom zijn ze eigenlijk rood?Let op het onderhemd en het - voor die jaren erg modische - ingesnoerde lijfje. Ook over de gelaagdheid van de kleren van toen staan mooie dingen bij Hollander. Het onderhemd (chemise) is basis, maar in de late Middeleeuwen boort het zich een weg naar buiten door kunstige openingen, het puilt en bolt.