Naar haar was ik op zoek. Haar portret, een ingelijste ansichtkaart van voor de oorlog hing op de studeerkamer van mijn vader, leraar Duits. Pas kortgeleden kwam ik erachter hoe ze heet. Haar naam is Uta, markgravin van Meissen, afkomstig uit Ballenstedt en getrouwd met graaf Ekkehard. De twee behoren tot de stichters van de Domkerk in Naumburg, niet ver van Weimar.
Uta werd geboren omstreeks 1000 en stierf op de 23ste october van een jaar vóór 1046. Meer weten de bronnen niet. Ze werd voorgoed het mooie meisje van Naumburg toen ze in steen gehouwen verscheen in de beeldengroep van ''stichters'' in de Dom, omstreeks 1250. Op foto's zie je haar vaak zonder haar echtgenoot. Toch staan ze naast elkaar of het zo moet zijn, de machtige man en het meisje. Kinderloos, waardoor hun vermogen naar de bouw van de Naumburger Dom ging.De beelden werden dus tweehonderd jaar na hun dood gemaakt en zijn geen portretten - tenzij er later verloren gegane afbeeldingen hebben bestaan - maar scheppingen van een onbekende. Er zijn romans en toneelstukken geschreven over hun ongelukkige huwelijk, gebaseerd op niets dan jalouzie. Uta werd een mythe. Maar pas na de Romantiek en het Classicisme. Goethe, Schiller en Novalis zagen haar niet staan. Ze was niet 'antiek'. Bontbeschilderde zandsteen, geen marmer! Pas de eerste zwart-wit foto's deden het. En niet alleen bij mijn vader. Opeens stond daar een ongenaakbare, stenen schoonheid.