Kijken hoe ze kijkt. Zo vergaat het je met Juliette Binoche, schreef ik op 11 april. Ik had haar net als weduwe gezien in Kieslowski's 'Bleu'.In die film komt steeds maar een raadselachtig stukje interieur voor. Een - hoe moet je het noemen - rinkelding van blauwe stukjes namaakglas. Het hangt boven haar tafel. Ze gaat er met haar vingertoppen langs, bedachtzaam. Of misschien gedachteloos.
Nu zat ik op Koninginnedag even uit te blazen op een bank in het Amsterdamse Sarphatipark toen ik zomaar opeens dat geluid terughoorde. Het geluid van het rinkelding.Aan de overkant van het pad stond een donker meisje met een zonnebril iets te betasten dat nogal leek op het ding uit de film. Het zelfde materiaal, zonder twijfel. Wat was dit? Ik begon foto's te maken. Daarna liep ik er op af en nam het in mijn handen. Tinkeltinkel. Het zelfde geluid. Onmiskenbaar. Ik keek om me heen. Het meisje was verdwenen. En nu, een dag later, kijk ik naar de foto's en denk, ze lijkt ook wel erg op Juliette Binoche.