'I don't want to sleep alone' heet de nieuwe van de Taiwanese filmer Tsai Ming-liang. Zijn vorige 'Wayward cloud' zal me altijd bijblijven om de scènes waarin uitersten samenkomen, slapstick en gruwel. Het is snikheet, er is watertekort. De ernstige producenten van een pornofilm raken in moeilijkheden als kort voor de laatste opnamen de vrouwelijke hoofdrol, een dikke, speciaal ingevlogen hoer uit Hongkong opeens overlijdt. De film wordt afgemaakt, met een dode actrice.
Nu zijn we in Kuala Lumpur (Tsai komt oorspronkelijk uit Maleisië). Weer is het warm. Giftige rook waait over van bosbranden op Sumatra. Wat doen de mensen? Ze klampen zich aan elkaar vast. Steeds zie je de hoofdrollen lijf aan lijf. Beweging na beweging, gezichtsuitdrukking na gezichtsuitdrukking. In décors die voor ze moeten spreken, zelf zeggen ze vrijwel niks. Voor erotiek is de uitputting te groot, wat nog lukt is mekaar verzorgen, wassen, insmeren. Je moet wel denken aan de onmogelijke eisen die het Westen aan het lichaam van de medemens stelt. De ander geduldig aflappen, met een washandje, dat is wat je bij Tsai te zien krijgt. Het duurt en het duurt. Hier nog even, daar nog. Zo ben je bij elkaar. Zei Tsai Ming-liang tegen Dana Linssen in de Filmkrant: 'Als een beeld lang duurt kun je er de indruk mee wekken dat je de tijd kunt opheffen.'