Apeldoorns Kanaal

 In Friesland werd de vaarweg Lemmer-Delfzijl heropend. Mijn kanalen zijn dat niet. Mijn liefde voor kanalen komt uit Eerbeek vandaan, waar ik drie jeugdjaren woonde. Eerbeek, aan het Apeldoorns Kanaal. Het beeld moet zijn: stilstaand groen water met wat oliefilm erop. Bomenrijen aan weerszijden die spiegelingen in het water werpen als op een schilderij van Marquet. Zover je kijken kunt is tot de bocht in het kanaal.

 'Café De Brug' staat op een raam. Hier leer ik lezen. Eens in de twee kilometer is er een ophaalbrug die door een brugwachter bediend wordt. Hij komt zijn brugwachterswoning uitgelopen, pakt de sleutel waarmee het grote tandwiel in beweging wordt gezet, sluit de bomen en daar gaat de brug, riktiktik omhoog. De enige gebeurtenis op een snikhete dag. Een schip. Kleine aken waren het, vaak geladen met zand. De brugwachter kreeg een kwartje in een klomp aan een hengel.

 De dorpsjongens kwamen hier zwemmen. Evert Schut en ik hadden er een zelfgemaakt bootje, eigenlijk een kist met aan weerskanten wat planken in een punt. Op de papierfabriek van zijn grootvader was een werkplaats waar ze de naden keurig hadden dichtgekit. Evert had het bootje 'Pilente' gedoopt. Dat was Veluws voor waterhoentje, zei hij. Onder de brug zaten we in de Pilente en wachtten. En vroegen aan de zandschippers of we mee mochten. Aanhaken tot de volgende brug. Het mocht vaak. In later jaren raakte het Apeldoorns Kanaal in onbruik. Er verdwenen bruggen, er werd een halfbakken natuurgebiedje van gemaakt. Het kanaal was dood.

 Maar nu, er is een initiatief. De scheepvaart komt terug.

Tags: