Na het hardop lezen in de klas bleek stil lezen een ongedachte verworvenheid. Ik kon het het in m'n eentje doen. Niemand keek over mijn schouder mee. Eindelijk was ik alleen met mezelf.
Eens was hardop lezen gewoon, ook als mensen voor zichzelf lazen. Een van de eerste vermeldingen van stil lezen staat in de 'Belijdenissen' van Augustinus. In het jaar 387 zag hij het wonder. De Milanese bisschop Ambrosius las stil: 'Zijn ogen gleden over de woorden, maar stem en tong waren stil.'
Augustinus dacht eerst dat Ambrosius niet lekker was. Maar hij was niet ziek. Hij had een geheim. Tussen hem en het papier gebeurde iets waarvan een ander geen weet kon hebben. Augustinus leerde het zelf ook snel, al bleef hij zijn mond bij het lezen wel bewegen. Zoals je sommigen nu nog ziet doen.
En zoals ik het zelf ook deed toen ik pas stil las. Tot ik daar om werd uitgelachen en het afleerde. Net als het met de vinger als aanwijsstok langs de regels gaan.
Langzaam drong het tot me door dat nu niemand meer kon controleren wat ik las. Tenzij. Ik begon het boek met mijn lichaam af te schermen, las in gebogen houding. Nog later moest ook het omslag verborgen worden. Van Gelderens import legde kaftpapieren omslagjes om gewaagde omslagen heen.
En zo lees ik eigenlijk nog. Onvergetelijk het moment dat ik voor het eerst het lied 'Die Gedanken sind frei' hoorde.