Marcel van Eeden is soms een Hagenaar in Amsterdam. Als tekenaar treft hij in de stad waar ik als oud-Hagenaar onderkomen vond de bouwsels van de Amsterdamse school, meest in Amsterdam-Zuid.
En nu stuurt hij me zijn nieuwe boek THE RIJNBAR. Die bar moet in de Rivierenbuurt zijn, en ja, het adres is Rijnstraat nummer 1. De bar bestaat.
Nu rij ik al jaren de stad uit langs de Van Woustraat, over het Amstelkanaal, met dan meteen links op de hoek de Rijnbar.
Wie - zo iemand - daar vroeger kwam weet ik niet, vermoedelijk niemand. Zo goed als de kleine Berlagiaanse paviljoens op de bruggen in Zuid jarenlang leeg stonden. Maar nu is daar opeens leven. Zoals in de Rijnbar. Het dode Zuid - ooit vol goede Berlagiaanse moed gebouwd - komt tot leven. De bouwstijl wordt opeens interessant, zodat er Italiaanse studenten bouwkunde ziet rondlopen. De vreemde doodsheid is aan het wijken. Er verschijnen lichtreclames. Er wordt opgeknapt. Maar de Churchilllaan blijft griezelig, achterhaald modernisme. Een ideale omgeving voor Van Eeden om aan te vatten. Hij doolde er al eerder rond, verderop achter De Wolkenkrabber. Hoe Haags is Zuid?
Ik lees. En uit Marcels tekst en tekeningen rijst een thriller op: hier gaat iets gebeuren wat in Nieuw-Zuid nooit eerder gebeurd is.