Naamplaatje

Met Peter van Exel liep ik naar school. Wat we deelden was een passie voor de naamplaatjes naast huisdeuren. De mooiste vonden we die in de Hyacinthstraat. Eentje geemailleerd met de naam van de bewoners in sierletters. ''Moet je kijken,'' fluisterde Peter. En ja, daar stond 'W.C van Spronsen'.  Giechelend maakten we ons uit de voeten.

Niet lang daarna stonden niet alleen de naam en voornaam van de ouders op de deurpost, maar vaak ook de voornamen van hun kinderen. Wat me niet beviel. Stel je voor, mijn naam onder die van mijn vader. Beter was de geheimzinnigheid. Immers, wie was W.C.van Spronsen? Of beter, bij mij in de straat de geheimzinnige E.E.H.Hoen, die ik nooit in het echt heb gezien. Meer dan een matglazen ruitje was er niet. En dan dat nietszeggende lettertype

Er zijn nu winkels als Peters' Letters, maar nog steeds laten bewoners zich kennen. Wat me brengt op de huisnummers. Amsterdamse huisnummers van rond 1900 zijn in een sierlijk lettertype, op ijzer in zwart op wit. Helaas heeft mijn bovenbuurman het onze vervangen door een modernistische variant. Waar vind ik nog zo'n type? 

Piet Schreuders zou een onderzoek kunnen instellen.