Morgen opent in het Gemeentemuseum 'Happy Days, Den Haag 1947-1967'. Ik was er graag Adriaan Bontebal tegengekomen, maar die is dood.
Haagser dan Adriaan kon je moeilijk zijn. Het onverwoestbare mengsel van laconiek ondergane pech - hij was een been kwijtgeraakt - schorre lachjes, tere liefde voor boeken (Daniil Charms!) en muziek. Ik weet zeker dat we bij de letters 'HAPPY DAYS' in een gezamenlijke hoestbui waren losgebarsten. Want Den Haag en Happy dat zijn wel twee dingen hoor. Vraag maar aan Philip Akkerman.
Maar er bewoog wat. Afgezien van het leven in de brouwerij tussen de Sport, Tocci's Milkbar en de Posthoorn had je de Marathon. Twee straten van waar ik woonde, schuin tegenover de voetbalclub waar ik speelde. De Marathon leerde ik kennen als rolschaatsenbaan, waar je rolschaatsen kon huren en wedstrijden rolhockey zien. En daar, in die houten clubtent daar ontstond de Nederbeat, dit werd de stek van Golden Earring, Q65, de Motions, iedereen. De Who en de Kinks hebben er opgetreden. Ik heb er maar weinig van gezien. Op tijd thuis zijn hè, Adriaan..