Wie kans ziet moet naar het Schepenhuis in Mechelen, om de Rik Wouters (1882‑1916) tentoonstelling te zien. Zoveel schilderdrift binnen zo'n kort leven.
Tot zijn dood ‑ aan de Derde Kostverlorenkade 73 ‑ in Amsterdam. Waar hij in het Prinsengracht-ziekenhuis nog één keer vergeefs geopereerd werd aan oogkanker en voor hij wegzakte in chloroform de artsen liet beloven dat hij ze zou mogen schilderen, zoals ze daar om z'n bed stonden. Als een anatomische les?
In 1914 overleefde hij als dienstplichtige de zware beschieting en inname van Luik. Daarna werden alle Belgische militairen die naar Nederland vluchtten geïnterneerd in grote, miserabele kampen, hij in Zeist, want wij waren strikt neutraal, dat moesten de Duitsers weten.
Rik kwam als zieke tenslotte met z'n vrouw en model Nel in Amsterdam terecht. Waar hij bleef schilderen tot het eind. Ik lees brieven, als deze, uit het kamp Zeist, van 12 november 1914: 'Allerliefste Nel, Uw brief van gisteravond kwam juist op tijd. Ik was toch zo triest. Dat kwam zeker door het slechte weer en door mijn koppijn waar ik erg van afzie. Kunt gij voor mij ietske kopen bij de apotheker en het mij opsturen. Als we op rapport bij de dokter gaan, moeten we eerst minstens twee uur wachten in weer en wind en ge weet dat ik daar grote zeer van krijg.. (...) Vele kuskes voor u, Rik'