Hyacinth

'Wonen op stand' dat moest en zou mijn grootmoeder van vaderskant. Ze kwam uit Zeeland en was de zesde dochter van een burgemeester. Het werd Den Haag, het Statenkwartier, waar haar echtgenoot ouderling werd en ze tot haar laatste dagen naar de buren keek vanachter de vitrage en de donkerode fluwelen gordijnen aan koperen roeien. Toen ze eenmaal beiden gestorven waren zocht mijn vader, de erfgenaam, huurders voor dat huis op stand aan de Frankenslag. 

Nu zochten de ouders van mijn jeugdvriend Kees al lang naar iets beters dan hun verdieping aan de Perenstraat. Dus in mijn argeloosheid beval ik ze aan als huurders. Zijn moeder leek  op mijn grootmoeder, in alles was ze een soort Hyacinth Bucket uit Keeping up appearances. Verslaafd was ik aan die Engelse serie. Met Bucket, uitgesproken als 'bouquet' en 'Lady of the house speaking'.

En zo geschiedde, de nieuwe lady of the house sprak over haar buurvrouw als 'mijn buurmevrouw' en was gelukkig in het huis waar ik eens mijn schoolrapporten moesten komen laten zien op de groen trijpen bank. Ik kwam er weer, ook. En dacht aan de laatste jaren van mijn grootouders, die hun huis verwaarloosden. De rode gordijnen rafelden. ''Daar moet je toch eens iets aan laten doen,'' zei mijn vader.

Haar antwoord gaf alles weer: ''Ach, het is de moeite niet meer.''